In de
opsomming bijzondere schakers met Dordtse wortels,
mag hij niet ontbreken. In december 2006 verscheen over hem een verhaal van
de hand van Henk J. de Kleijnen in AD het Groene
Hart. De man die nu in Alphen woont, heeft in Dordt
veel sporen achter zich gelaten.
Dick
de Jong
Zijn vader was drogist aan de St. Jorisweg. Hij timmerde aan de weg in Sociëteit Yin en
ging zich in 1978 bemoeien met de schaaksport. Dick notuleerde de
oprichtingsvergadering van Groothoofd op 16 februari 1978 in jeugdstad.
Dick speelde verschillende rollen bij
Groothoofd, zoals toto-lotto baas. Daarom, en om hem niet te vergeten als
bijzondere schaker een verhaal....
Door HENK
J. DE KLEIJNEN
Dick
de Jong
ALPHEN - Grillig en solistisch.
Rechtlijnig en humoristisch. Aan zelfspot geen gebrek.
,,Goed
beschouwd ben ik zwaar neurotisch.’’ Dick de Jong vertelt lachend hoe het
verzamelen van schaakpartijen zijn hobby werd. Hij is de zes miljoen
gepasseerd en weet nog niet van ophouden.
Originaliteit is hem niet vreemd: ooit drogist, valutahandelaar en
getalenteerd cabaretier, nadien corrector en fanatiek taalpurist. In het
Groene Hart is Dick de Jong al zo’n dertig jaar bekend als
denksportmedewerker van diverse bladen. De jaarwisseling was voor hem een
bijzondere mijlpaal. De 57-jarige Alphenaar
verruilt naar eigen zeggen een ’fulltime job voor de junioren-VUT’. Doemt nu
het ’spookbeeld’ van te veel vrije tijd op? ,,Geen sprake van. Ik ben zo vaak
werkloos geweest dat ik me nu nooit meer zal vervelen.’’
Hij staat nog midden in een leven dat tot nu toe bestond uit louter
verrassingen. Iedere stap leek spontaan en door toeval bepaald. Als zoon van
een kleine drogist in Dordrecht volgde hij na de middelbare school de
vakopleiding drogist om vervolgens in Rotterdam bij V&D aan de slag te
gaan. Ook werkte hij korte tijd als valutahandelaar bij een bank. Vervolgens
kreeg hij de kans om een nieuw filiaal van Trekpleister in Alphen te openen.
,,Ik heb er twee jaar gewerkt. Lekker dynamisch, ik kon er mijn ei kwijt. De
hele dag in je eigen theater eigenlijk. Alleen was leidinggeven niets voor
mij. Ik was te naïef, zag problemen niet of te laat.’’ Toen hij tot woede van
zijn werkgever een Turkse medewerkster aannam, barstte de bom. ,,Ik ben geen
man van compromissen, waardoor ik vaak in conflicten verzeil.’’
Op bijzondere wijze vond hij zijn huidige vrouw Celestina.
In een blad van postzegelverzamelaars trof hij haar naam, adres en foto aan.
Na een briefwisseling van anderhalf jaar trok Dick de stoute schoenen aan en
vertrok naar de Filipijnen. Een jaar later ging hij weer en samen keerden ze
terug. Binnenkort is het paar 25 jaar getrouwd. Celestina
is dan ook ruimschoots ingeburgerd. Uit de beginperiode herinnert de
schaakkenner zich haar uitspraak na het volgen van de eerste les Nederlands:
’Ik ben een Turk.’ Dick de Jong had inmiddels besloten de ICT-kant op te
gaan. Zijn loopbaan voerde langs diverse werkgevers in de uitgeverijwereld.
Hij maakte, als corrector-DTP'er, per 1 januari
gebruik van de seniorenregeling. Maar hij blijft denksport en tennis
verslaan.
Vooral schaken neemt een belangrijke plaats in. Volgende maand bezoekt hij
traditiegetrouw het jaarlijkse Corus-toernooi (voorheen Hoogovens-toernooi)
in Wijk aan Zee, als één van de honderden amateurs tussen de brood-schakende
grootmeesters. In de woonkamer prijken enkele schaaktrofeeën, maar De Jong
blijft bescheiden. Dochter Jenny heeft meer talent. Aan sterke verhalen bij
De Jong geen gebrek. Zo zou hij de hand hebben in het stoppen van Jenny als
schaakster. Omstandig vertelt hij ooit eens twee partijen blindschaak tegen
zijn kinderen te hebben gespeeld. Met de rug naar zoon en dochter toegedraaid
heeft hij de zetten hardop uitgevoerd. ,,Tja, ik won ze allebei en sindsdien
hebben ze geen stuk meer aangeraakt.’’ Zoon Ricky weet er niks (meer?) van.
Zijn schaakverslaving, zegt Dick, gaat nooit over. ,,Prestaties zijn aardig,
maar daar gaat het voor mij niet in de eerste plaats om. Ik verlies liever na
een spectaculaire partij dan dat ik na 10 zetten een dame cadeau krijg.’’
Voor hem geen teamsport, al deed hij aan zwemmen, tennis en atletiek.
Grinnikend wijst hij op het schaakbord: ,,Dat is de enige veldsport die ik
nog doe.’’
Met het verzamelen van schaakpartijen begon hij in 1978, om zijn openingen te
versterken. Hij noteerde partij na partij op speciaal gemaakte, voorbedrukte
formulieren. De eerste 35.000 met de hand, een monnikenwerk. In de tweede
helft van de jaren tachtig bracht de computer uitkomst. Niet zonder trots
toont hij een diskette waarop ruim zes miljoen partijen staan. Een prestatie
die rijp is voor het Guiness Book
of Records.
Bron: AD/ www.messemaker-1847.nl
|