Gerard Kemper bijna vergeten stadskampioen |
|
01.12.2007 Met de schijnwerpers op de cracks van toen, de namen: Van Donk,
Hoogendoorn en Jansen, komt een bijzondere vraag boven: Wie doorbraak
definitief het abonnement van de gouden drie op locale
titels in Dordrecht?
Tussen 1946 en 1978 was er immers sprake van het tijdperk
Hoogendoorn, Jansen en Van Donk. Hoogendoorn vond in 1945 zijn eerste onderwijsbaan in Dordt bij
de Chr. HBS en hij ging niet meer uit Dordrecht weg. Pank kreeg uit handen
van wethouder C. de Kovel in 1977 nog de kampioensbokaal overhandigd. Daarna
werden de schaakbordjes verhangen. Door wie? Het antwoord luidt
niet: Arnold van 't Hoff, Koos Abee, Ron Hofman, Henny Naaktgeboren, Piet
Pluymert, Gozewijn van Laatum, Joop de Jong, Pierre Smeets, Ronald
Haring of Bert van der Linden. De naam van de man,
die als eerst de ban doorbrak was KEMPER. Om precies te zijn
GERARD KEMPER. Stadskampioen Hij werd in 1978
voor de eerste en laatste maal stadskampioen. Bij zijn plotseling overlijden,
in april 2000 nauwelijks twee maanden na zijn VUT bij de Dordtse
nachtveiligheidsdienst, was de verbazing alom dat Kemper ooit zo sterk had
gespeeld. ,,Is Gerard zo sterk geweest dat zijn overlijden wordt gemeld in de
locale pers", zei een schaakliefhebber zelfs. Hastings Als kampioen van de
stad heeft Gerard meegedaan in het internationaal toernooi van Hastings.
Gerard speelde een zeer verdienstelijke remise tegen een damesinternationaal
toen van Engelse bodem. Ze heette Sheila Jackson. Eén uit twee in een
sterk veld was een goed begin in Hastings voor de Dordtse kampioen, die snel champioen of Dordrecht werd genoemd in
de Engelse badplaats. Gerard sprak geen woord Engels, maar voelde zich daar
als een vis in het water. Toen hij eens
wat te luidruchtig zijn partij besprak met jonge, aankomende schakers, Gerard
stimuleerde de jonge garde graag, kwam een wedstrijdleider op pantoffels naar
hem toe. ,,Gentleman silents please". Gerard antwoordde
direct op dezelfde toon: ,,Wat zegt die man"? Humor, die past bij
de moderne opvattingen van het cabaret. Gerard had het in huis. Hij
legde als Dordtse kampioen overal contacten in Hastings en na zijn
bliksemstart van twee remises zagen de Dordtse jeugdspelers hem zelfs in
looppas naar de hoger gelegen speelzaal gaan aan de kust. Laatste partij Gerard beschouwde
zich als een natuurschaker en had een eigen theorie ontwikkeld over waarom
Van Donk, Hoogendoorn en Jansen zo lang de cracks waren in de stad. Gerard
had het plan om na zijn VUT de oude, sterke schaakdraad weer op te pakken. Op
vrijdag 7 april 2000 speelde hij zijn laatste partij tegen R. Kalkman van
Spijkenisse 2 en won. Zijn ELO was onder
de 1900 gezakt en zijn seizoenscore in de eerste klasse RSB was niet zo best.
Daarna kwam hij enkele keren niet opdagen, zonder af te zeggen, bij zijn
club. Enkele weken later bleek Gerard te zijn overleden. De overgang van zijn
arbeidzaam leven naar de nieuwe levensfase was groot geweest voor de man, die
alleen in het leven stond en veertig jaar lang meestal alleen in de
nachtelijke uren had gewerkt. Lach Hij controleerde
belangrijke objecten in Dordt en daarbuiten. Als je hem op straat tegen kwam,
rolden er altijd wel leuke opmerkingen uit zijn mond over zijn laatst
gespeelde partij. Een lach ontbrak nooit en vaak liep Gerard lachend verder,
alsof hij nog eens plezier had over wat hij allemaal met schaken, zijn sport
had meegemaakt. In de afscheidstoespraak
van zijn baas stond de schaaktoekomst centraal. De seniorenfase mocht niet
lang duren in 2000. Geschiedenis In april, net na
Pasen van 2000, was het aantal schakers op zijn begrafenis op de vingers van
één hand te tellen. Ook familie bleek er nauwelijks te zijn en ook nog drie
oud-collega's. Niemand roerde in een afscheidsspeech de
historische betekenis aan van Gerard Kemper. Alleen de uitvaartbegeleider
sprak kort en vroeg daarna stilte ter nagedachtenis aan Gerard Kemper. Daarna
stond Gerard in de geschiedenis… HB |