Ir. H. J. VAN DONK Twaalfvoudig kampioen van de stad Dordrecht |
|
Zijn naam is nauw verbonden met de Haagse club DD en met de
Dordtse vereniging Dordrecht. Daarnaast hoort hij thuis in de geschiedenis van de landelijke
bond KNSB. We hebben het over de subtopper uit de jaren vijftig en zestig
van de vorige eeuw, toen ir. H.J. van Donk in de uitslagen verscheen. Inmiddels heeft Van Donk zelfs op de
site van zijn Haagse club een voornaam gekregen: Henk. Passend bij de
(schaak) cultuur van toen, speelde H. J. van Donk tegen zijn belangrijkste
concurrenten P.A. Hoogendoorn (twaalfvoudig kampioen van de stad Dordrecht)
en ir. L.B. Jansen (vijfvoudig kampioen). |
IR. H.J. VAN DONK |
Kampioen van Dordrecht Van Donk wist twaalf keer kampioen
van Dordrecht te worden. Zijn naam komt aan het eind van de jaren dertig van
de vorige eeuw al in schaakuitslagen voor, maar een belangrijk schaker werd
hij pas als hoofdklasser bij DD na de oorlog tot 1955. Wie terugkijkt op de ontwikkeling van
de schaaksport in Dordrecht in de twintigste eeuw, kan natuurlijk ook niet om
de naam van ir. H.J. van Donk heen. Hij behoorde met Hoogendoorn en Jansen
lange tijd tot de sterkste spelers tussen Rotterdam en Breda en werd vanaf
1955 twaalf keer kampioen van de stad. Dordrecht 1 wist zich lange tijd in de
eerste klasse KNSB staande te houden en was zelfs één keer in de oudheid
koploper in de klasse onder de landelijke eredivisie van de KNSB. Schaken kon Van Donk dus wel en de
maatschappelijke loopbaan stond wellicht het internationaal meesterschap in
de weg. KNSB-functies Hij vervulde landelijk allerlei
rollen in KNSB-bestuur en commissies vanaf 1948, o.a. secretaris en
vicevoorzitter. Tot 1994 trad hij nog op in een commissie van beroep voor de
KNSB-competitie. Hij was na het overlijden van Ir. Van
Steenis in 1965 enige tijd waarnemend voorzitter van de KNSB. Na zijn
terugtreden uit het KNSB-bestuur werd hij lid van verdienste van de KNSB. Van
Donk begeleidde Nederlandse teams vaak naar het buitenland. Hij speelde ook
een aantal keren mee in het Nederlandse team. Van Donk is een belangrijke
informatiebron geweest voor het boek van Alexander Münninghoff over
grootmeester Jan Hein Donner. In zijn DD-tijd was Van Donk één van de
weinigen die Donner (soms) aankon. In de zogeheten Losbladige
(openingstheorie en toernooi-praktijk) nam Euwe eens een mooie winstpartij van
Van Donk op Donner op. Donner was toen al een veel besproken en veel beschreven
beroepsschaker, die in 1950 eerst was voorbestemd om laatste te worden in het
Hoogovenstoernooi, maar hij won de hoogste groep. In de clubkompetitie van DD moest hij
toen Van Donk laten voorgaan. KNSB-speler Oud-wereldkampioen Euwe waardeerde de
inzet van Van Donk om zowel als (sub) topper en als KNSB-bestuurder actief te
zijn. Hij waarschuwde Van Donk dat zijn bestuurlijk werk een sta in de weg
zou zijn voor verdere groei naar de top. Van Donk was wel meermalen finalist
van het NK. Hij speelde bij openkampioenschappen vaak een belangrijke rol. In
1954 nam hij een baan aan als leraar aan de Dordtse HTS. Later diende hij
deze school ook nog als adjunct-directeur. Van Donk ging vanaf 1955 voor
Dordrecht 1 spelen. Hij maakte er 45 jaar als KNSB-speler in Dordrecht 1 vol
en kreeg daarvoor zelfs landelijke aandacht. De 80 Hoogendoorn – van Donk partijen Hij was net als Hoogendoorn twaalf
keer kampioen van de stad. Hun onderlinge partijen verschenen in een speciale
uitgave van Schakend Dordrecht en ook dat haalde het landelijke schaaknieuws.
Dat kwam mede door het feit, dat ir. H.J. van Donk jarenlang een rubriek in
het KNSB-blad had. Meer
activiteiten Als schaker was hij tevens
vice-voorzitter van de Dordtse sportraad (1970-1982) en ook nog even locale D66-voorzitter
in de eerste Van Mierlo-tijd. Zijn vrouw speelde eveneens een prominente rol
in de Dordtse samenleving waardoor zijn huis aan de Frans Lebretlaan een
bekend adres kon worden genoemd. Van Donk had een eigen vorm van schaakhumor.
Hij huldigde eens namens de KNSB in 1961 de toen na Van Donk vice-kampioen
van de stad geworden, Hoogendoorn. Hoogendoorn pakte de titel open-kampioen
van Nederland. Van Donk sprak met de volgende in Dordrecht in de historie
voortlevende zin: ,,Als de vice-kampioen van Dordrecht al open-kampioen van
Nederland kan worden, hoe sterk moet dan wel niet de kampioen van Dordrecht
zijn". Van Donk heeft ook het jubileumboek uit 1998 van Hoogovens
gehaald. ,,Oorspronkelijk Hagenaar, later - en tot nu toe - steunpilaar en kanonnier
van schaakclub Dordrecht. Speelde na de oorlog in het Nederlandse tiental,
bleef lang een sterke hoofdklasser". Humor Van Donk moest na meer dan 45 jaar
spelen in Dordrecht 1 (1955-2001) sportief een stap terug gaan doen. Dat hij
zoveel jaren had volgemaakt, had hij niet bijgehouden. Zijn speelniveau vond
hij wel minder geworden, maar dat kwam niet door zijn verminderd inzicht in
het spel. De grootste kans op fouten maken is altijd in zijn ogen de
afnemende kans om zich maximaal te concentreren, die gelijk loopt met het
stijgen van de jaren. Vooral in de KNSB-competitie is het zogeheten vierde
uur berucht. Dan is er al drie uur opperste concentratie voorbij en kan één
fout, één moment van niet opletten, de partij doen kantelen. Van Donk speelt al enkele jaren, om
gezondheidsredenen, niet meer in de competitie van Dordrecht mee. Hij werd
nog wel door de club gehuldigd, nog in zijn flat aan de Loudonstraat.
Momenteel verblijft hij in verpleeghuis Crabbehof. Met zijn gebruikelijke
humor heeft hij daar kennis genomen van het eerste Hoogendoorntoernooi in de
Wilhelminakerk (30 december 2006) en het daarbij met eer noemen van zijn
naam. ,,Vertel dit niet aan de mensen hier, want dan moet ik hier een
simultaan gaan spelen", zo was zijn gevatte tekst volgens een bij hem
betrokken bron. (Schakers van naam, zoals Van Donk, zijn ook opgenomen in
RSB ABC). |