voor zijn denksport |
Zijn schakers nog wel ambassadeur
voor hun denksport om een steentje bij te dragen om de sport toekomst bestendig
te maken? Een vraag, die vanzelf boven komt, als je pagina 169 zou lezen van
het blad van de schaakbond KNSB uit mei 1953 (!). Hoe kom je tot zoiets 62
jaar later? Waarover lees je dan? Een
paar feiten: In Leiden werd het jeugdkampioenschap van Nederland gehouden met
- voor de historie - J. de Jong namens de toen 22 jaar oude RSB als
afgevaardigde. Passend
bij de tijd, horen titels in het schaakblad anno 1953. De voorzitter van de commissie
jeugdschaak, drs. P. Boekkooi, had bij de opening van het jeugdkampioenschap
het symbolisch gevonden dat in Leiden werd gespeeld als stad van denkers. Een
citaat: ”Hij prees de deelnemers die zich in hun vakantie in Leiden aan deze
denksport wilde wijden en spoorde hen aan na afloop als propagandisten voor
het schaakspel op te treden”. Tegenwoordig
wordt propaganda voor de schaaksport eerder promotie genoemd, maar een rol
als ambassadeur past bij alle tijden. Bij
de jeugdkampioenen uit de dertien onderbonden kwam ik een nog steeds bekende
naam tegen (zowel binnen als buiten de RSB nu: C. Sio (geboren 1936). Hij
deed toen mee als afgevaardigde namens de Brabantse bond en schaker Sio werd
ook met de voorletters C.F.H. genoemd. Om te laten zien, dat je ondanks
verlies goed kan blijven schaken. Sio stopte in de Brabantse titelstrijd even
de opmars af van de clubkampioen van schaakclub Dordrecht in de jaren
zeventig van de vorige eeuw Koos Abee. De
kern van in de opening destijds was een oproep om als propagandist voor het
schaakspel door te gaan. Jeugdschaker
Sio, thans beter bekend als Kees Sio van schaakclub Fianchetto in Schiedam,
heeft dat goed onthouden. Hij heeft zijn sporen in de schaakwereld na
gelaten. De jeugdspeler van toen is ook iemand, die het bewijs is dat schaken
vitaminen is voor de geest. Je zou zelfs kunnen zeggen: een gezond middel
tegen te snelle vergrijzing en als bezigheid om bij de tijd te blijven. Na
afloop van een schaakpartij deze maand namens Fianchetto tegen de Willige Dame
uit Dordrecht had Kees Sio zijn landelijk optreden in 1953 en zijn deelname
aan dat jeugdtoernooi voor zijn tegenstander direct paraat. Uiteraard wist
hij ook dat F. Roessel de winnaar werd. Kees Sio vertelde niet dat hij als
jeugdkampioen namens de Brabantse bond de afgevaardigde van de RSB had
verslagen. De feiten die hij in december 2015 noemde, waren terug te lezen op
pagina 169 en 170 van het KNSB-blad uit 1953. Het
blijft bijzonder, dat een jeugdschaker anno 1936 na de aansporing in 1953
schaakpropagandist is gebleven, maar dat het erop lijkt dat de meerderheid
van de registreerde schakers bij de bond nu niet vanzelf als (schaak)
ambassadeur kunnen of willen optreden. Een verklaring is vaak, dat schaken
een individuele sport is. Of:
De schaakvereniging of schaaksociëteit is een vervoermiddel voor de sport uit
de negentiende eeuw, dat de bruikbaarheid voor de 21ste eeuw niet vanzelf
heeft bewezen. Soms hoor je bestuursleden opmerken, dat sommige schakers na
afloop nog niet hun stukken netjes in de doos kunnen opbergen en dat
enkelingen de club voor vele schakers dragen. De
omschrijving vele schakers kan niet meer met hoofdletters worden geschreven.
Vroeger zat de RSB ook boven de zestig clubs als leden. Inmiddels schommelen
we rond de veertig aangesloten clubs. Bij het begin van elk seizoen lijkt de
standaard te zijn, dat een club van de schaakkaart verdwijnt en zich niet
meer inschrijft voor de competitie. De tekenen wijzen erop dat ook bij het
begin van het seizoen 2016-2017 daarvoor weer het bewijs wordt geleverd. Inderdaad
zijn er bij de tijd passende (schaak) propagandisten nodig. We hebben de nog
verse herinnering aan de onlangs overleden Ab Scheel. Vanuit de
wereld van schaakclub Fianchetto doet Kees Sio nog gewoon mee op weg naar
zijn tachtigste verjaardag. Schaken kan je dus levenslang doen, zoals in
Dordrecht de overdagclub De Klockelaer laat zien. Misschien kunnen we meer
voorbeelden noemen uit de RSB. Onbekend
maakt immers onbemind en Goed voorbeeld doet goed volgen. |