VERSLAG DEEL 1 DAG 1 en 2 Treinreis en
boarding |
|
Nacht. Perrons en nog eens perrons. Hel
verlicht. De roltrappen draaien, zelfs een lift komt boven. Maar alles leeg, geen sterveling te zien.
Je wacht, verwacht iets, maar je weet niet wat. Als het decor van een horrorfilm ligt
Hannover Bahnhof er ’s nachts om 2 uur bij. De minuten vergaan in lichte
spanning. Het onheilspellende beeld wordt ten
slotte verbroken door vier jongelui die blijkbaar zijn wezen stappen en nu
huiswaarts keren. Ze lopen in de onderliggende passage, niet van een trein en
niet naar een trein. TREINREIS We zijn van Dordrecht onderweg naar
Kopenhagen. Daar wacht de “Rotterdam” op ons voor de North Sea Jazz Cruise
2007. Erica brengt ons naar het station en via
Utrecht, waar we een half uur op de vertraagde CityNightline wachten, rijden we in een wagon vol Japanse en
Amerikaanse jeugd naar Duisburg. Daar aangekomen rennen we met onze zware
koffers maar achter een groep reizigers aan die, hopen wij, wèl weten waar de
aansluiting naar Kopenhagen staat. Buiten adem komen we boven bij iemand die
ons opvangt en de weg wijst. Hij blijkt de steward van onze wagon te zijn en
brengt ons naar onze double: Dame oben!
Een ervaring op zichzelf. Een piepklein hutje voor twee personen op de
bovenverdieping waar zo met de ruimte is gewoekerd dat je geen aanleg voor
claustrofobie moet hebben om je er veilig te voelen. De koffers passen er
absoluut niet in en vinden hun plaats in een corridorkast. De Deutsche Bahn is deze dagen het
slachtoffer van stakingen. Ons traject is vandaag daarvan verschoond
gebleven. De Spar-Night
uit München is zo goed geweest een kwartier op ons te wachten. De laatste
en langste fase van de treinreis naar Kopenhagen begint. Via Bochum en Essen
rijden we de nacht in. We vallen in slaap, worden even wakker in
Hannover, rijden een heel stuk terug uit dit kopstation en kruipen er weer
in. Ik word even wakker. Ik zie in de prille
ochtendschemering brede wegen en zeer Duitse bebouwing. Ergens is een hele
gevel van vijf verdiepingen verborgen achter een aankondiging van Al Gore’s Life Earth. Er komt geen eind aan het
stedelijke gebied. Ik vermoed dat dit Hamburg is, voor- of nasteden. Het is al veel lichter wanneer we Deense
stops maken: we passeren Padborg en Kolding; namen die me doen herinneren dat
er in het EG goederenverkeer T-documenten werden gebruikt. Regen, regen, regen. We rijden over de Kleine Belt Fyn op en stoppen in Odense. Even
later rijden we op de eindeloze brug over de Grote Belt, duiken een tunnel in
komen weer boven op Sjoelland. |
|
|
|
Station Odense, vrolijker kunnen
we het niet maken. |
Indruk van
Denemarken tijdens de rit over de Grote
Belt. |
KOPENHAGEN Het Hovedbanegården
(Hauptbahnhof) in Kopenhagen is een gigantisch station, knooppunt van
trein, Re en S-tog (S-bahnen) – het nog bescheiden metrosysteem heeft
overstapmogelijkheden op Nǿrreport St – waar we langzaam binnenlopen op
een kopspoor.
foto
Hovedbanegården ex http://stijn.linearecta.be Ga naar activiteiten-reizen-kopenhagen 2005 Ank heeft met hoofdletters ILLUM
geschreven. Daar moeten we beslist heen in de anderhalve dag dat we in
Kopenhagen zijn. ILLUM is een woning-design zaak waar Ank
lang geleden al eens eerder is geweest en die diepe indruk op haar heeft
gemaakt. That is the place to be. Dus regen of niet, wij brengen onze koffers
naar beneden, naar het bagagedepot, steken de paraplu’s op en zetten er de
pas in. We zijn niet de enigen in Kopenhagen.
Heel veel toeristen steken de straat over naar het Tivolipark, wij gaan over
het Raadhuisplein naar de/het Strǿget,
dé winkelstraat van Kopenhagen.
ILLUM is snel gevonden en we dwalen door het enkele verdiepingen hoge gebouw.
Voor Ank een el dorado. In een klein zaakje, gehuisvest in een
soort witgekalkt tongewelf, doet Ank fraaie aankopen. Kleine maar bijzonder
smaakvolle siervoorwerpen. We doen een tweetal antiquariaten aan
maar het aanbod schaakboeken is te verwaarlozen; alleen een vierdelig Skak-leerboek van Enevoldsen komt in
aanmerking maar is niet interessant genoeg en daarom te duur. De regen plenst onophoudelijk en we
besluiten naar de boot te gaan. De taxichauffeur rijdt op het natte asfalt af
en toe met 80 km per uur door Kopenhagen, maar de remmen zijn goed. Op de pier worden onze koffers in
ontvangst genomen en voorzien van het hutnummer afgevoerd. Snel aan boord gaan is er niet bij. We
worden opgevangen in een met rijen stoeltjes tot ontvangst- en incheckruimte
omgebouwde zeeloods. Het aantal loketten en functionarissen
doet sterk denken aan een burgerlijke stand. Eerst een formulier invullen waarin veel
gevraagd wordt op het indiscrete af. Aan de hand hiervan mogen we doorlopen
naar een loket. Onze pas en creditkaart worden gecontroleerd, door apparaten
gehaald en teruggegeven, met een soort webcam worden we op de foto gezet, we
krijgen een pasje-voor-alle-doeleinden- plus een tafelkaartje voor de diners,
en na al deze uitvoerige administratieve en veiligheidsformaliteiten mogen we
verder. We passeren de scheepsfotograaf die een passend portret van ons
maakt. We merken dan nog eens dat dit geen
professionele (cruise)terminal is want er is geen gangway beschikbaar en we
moeten door de regen naar de scheepsloopplank om aan boord te kunnen. Daar opnieuw veiligheidsmaatregelen: onze
koppies worden vergeleken met de zojuist gemaakte webcamfoto’s – en dat zal
elke keer bij van- en aan boord gaan gebeuren. Onze handbagage, rugzak etc.,
gaan door de scanner en we zijn binnen. Enkele stewards heten ons van harte
welkom en helpen ons de weg naar onze hut op het Lower Promenade Deck te vinden. We maken – met het pasje – de deur open
en stappen de hut binnen. Ongelooflijk, wat een mooie en ruime hut. Wat een
groot bed. Onze koffers staan daar al keurig op het voeteneinde. IKSAN Onmiddellijk is daar onze persoonlijke hutsteward, Iksan. Hij is een
aardige kerel en legt het een en ander uit, vertelt waar we nog kunnen
lunchen. Hier houden we het wel tien dagen uit. We
hebben een buitenhut en dus een – hoewel bescheiden – uitzicht op zee. Er
daalt een rust over ons. De North Sea Jazz Cruise, waar we zo met spanning
naar uitgekeken hebben, is begonnen. We hebben nog geen idee van wat ons nog
allemaal te wachten staat, van de mensen die we zullen leren kennen en van de
onvergetelijke concerten die we zullen meemaken.
We knappen ons op en maken een rondje
over de boot. De winkels zijn dicht, die mogen pas buitengaats open. Ruim voor zessen staan we bij de ingang
van de Queen’s Lounge voor het concert van Marcus
Miller en zijn band. We krijgen een blauwe sticker op ons
pasje – de rode stickers gaan eerst dineren en daarna naar het concert – en
mogen de zaal in. Dit is alweer een verrassing want we
hebben zelden in zo’n luxe een concert bijgewoond. De grote zaal, en het
balkon waar wij zitten, is feeëriek en voorzien van ruim opgestelde
tweepersoons kuipbanken. Onmiddellijk komt een ober naar ons toe of we wat
willen drinken. Dan wordt Marcus Miller aangekondigd. Het
publiek reageert enthousiast. M.M. de bassist (basgitaar) neemt de leiding en
het gaat anderhalf uur lang in stevig tempo verder. We leren zijn muziek
kennen en waarderen, ook zijn geweldige band, met sterke artiesten als Poogie Bell drums, Patches Stewart trompet, – maakte
speciale indruk op Ank – Bobby Sparks keyboard, de onnavolgbare toetsenist,
en de andere bandleden: Keith Anderson saxofoon, Gregoire
Maret mondharmonica en Dean Brown gitaar. Stuk voor
stuk top, waarbij vooral de eerste drie rustig hun eigen band kunnen
beginnen. Al met al een ontdekking en een nieuwe kijk op de basgitaar. We
zullen Marcus cs aan boord nog vele malen
tegenkomen en meemaken, in bars maar ook in de grote zaal als begeleiding bij
een paar soloartiesten. LA
FONTAINE Helemaal aan de andere kant van het
schip, aan de achterzijde, vinden we La
Fontaine de eetzaal, net als de Queen’s Lounge verdeeld
over het vierde en vijfde dek. Ook hier zitten we boven, aan een unieke
tafel, precies in het midden en in de achterste rij met een riant uitzicht. We maken kennis met onze tafelgenoot G.B.
uit M. Het klikt onmiddellijk. Al snel praten Ank en hij over allerlei
kunstonderwerpen. Ook Ank heeft het direct naar haar zin aan boord. |
|
|
|
NORTH SEA JAZZ CRUISE 2007 DAG 3 OPNIEUW KOPENHAGEN |
|
We hebben nog tot ongeveer 4 uur de tijd voor
een tweede bezoek aan Kopenhagen. We gaan een bezoek brengen aan het
Staatsmuseum voor Kunst. We zijn met z’n drieën en dat is wel zo
plezierig. G.B. wilde met ons naar de Nolde’s die
hier te zien zijn. Het is een prachtig museum met een
onuitputtelijke verzameling van o.a. Nederlandse en Deense schilderijen,
COBRA, Matisse, Nolde, Aert
de Gelder, Gerard ter Borg enz enz. Er hangt een
mooi interieur van de kerk in Bergen op Zoom. Het museum zelf is groots opgezet met een
ruime tuin met oprijlaan. Het gebouw is uitgebreid met een nieuw gedeelte.
Bijzonder fraai is de oude achtergevel opgenomen in de overdekte ruimte
tussen beide vleugels. In de regen wandelen Ank en ik door een
park naar de stad. Ik doe nog een poging bij twee
antiquariaten in de Fiolstræde en niet vergeefs. Behalve het toernooiboekje over Aalborg
1947 – besproken in Recente Aanwinst op de startpagina – vind ik een aardig
boek in twee delen Bogen om Skak, dat o.a. een overzicht van het schaken en zijn
geschiedenis geeft met de klemtoon op het Deense schaak. Uiteraard wordt er
aandacht geschonken aan Bent Larsen. Er staat ook een prachtige foto van
Donner met sjaal in, afgedrukt naast zijn 20-zets nederlaag tegen Liu tijdens de Olympiade in Buenos Aires 1978. Al met al
ruim 500 blz. foto’s, verhalen, partijen, eindspelstudies enz. We brengen een tijd door in een veredelde
Xenos en, natuurlijk, nog een keer Illum. Daar het nog steeds regent, nemen we
vanaf de Kongens Nytorv de
taxi met dit keer, voor het eerst, een Deense chauffeur. Aardige kerel die
informeert waar we vandaan komen; kent Amsterdam. Precies om 4 uur melden wij ons in
reddingsvest bij lifeboat 14 voor de sloepenrol. Het hele dek
staat vol, ieder bij zijn eigen boot, vrouwen en kinderen vooraan. Het gaat
er serieus aan toe. Eerst appel, dan controle en uitleg van de
reddingsvesten, is ie goed vastgemaakt, waar dient dit en dat voor, waar moet
het fluitje en het lampje zitten. Ank blijft na afloop aan dek om het
vertrek van de Rotterdam mee te maken. Om 1800 uur in de Queens
Lounge concert door Roy Hargrove en zijn band. Dat is een verrassing, Ik kende de naam
wel maar niet zijn muziek. Een fantastische blazer die met hart en
ziel een geweldig concert geeft. Zijn pianist Gerald Clayton,
met dreadlocks, is minstens zo goed en een ontdekking van de eerste orde. We
zullen hem nog tegenkomen in de Ocean Bar. Enorm genoten. Jazz-luilekkerland. De genietingen gaan maar door. Later op de avond gaan we met z’n zessen
aan tafel. Ine, een dame uit Californië, is een heel
apart type, fijn besneden, prachtige Afrikaanse armbanden, en heel
intelligent. Zij is docente aan een internationale school voor jonge
kinderen. Ank praat met haar over het onderwijs; zij deelde mijn zorg over de
komende presidentsverkiezingen. Deze erudiete dame blijkt ook een
jazzliefhebber. Rinus, een Amsterdammer, en Marga wonen
in Maleisië op een zeewaardige boot. Hij heeft zijn timbrehandel verkocht en
geniet van deze cruise hem door Marga bij zijn 65ste verjaardag
cadeau gedaan. Joviale mensen die bijdragen aan een losse informele sfeer aan
tafel. ’s Avonds in de allerlaatste schemering
luchten we nog even aan dek. Heerlijk. Kalme zee, en droog! promo HAL |
|
DAG 3 SKINHEADS |
|
De dagen trekken in moordend tempo
voorbij. Vandaag weer nieuwe ervaringen. Op het station van Warnemünde
is op ons gerekend. Een kleine commissie van Verkehrsverbund Warnow GmbH
(zeg maar de RET van Rostock) staat klaar om ons aan een houten tafeltje een
dagkaartje Rostock te verkopen: “Geeft toegang tot alle bussen, trams en
treinen binnen het Rostockse reisgebied.” De dame
loopt met ons mee naar stempelapparaat en haalt de kaartjes er doorheen. Dat
is nou service. Een mooi nieuw treinstel staat klaar en
brengt ons in rap metrotempo naar Rostock. In deze treinen zijn enkele
ludieke kinderzitplaatsen aangebracht. We hebben met eigen ogen gezien dat
een instappend kind regelrecht naar haar eigen stoel liep. Zo voedt je
kinderen op tot enthousiaste O.V.-ers. GASTEN We komen aan op Rostock Hauptbahnhof. Hier en daar op de perrons lopen bewapende ME-ers. Op het stationsplein vragen we aan de bemanning
van een politieauto wat de betekenis is van dit machtsvertoon. “Weer staan
hier om bezoekers van de stad behulpzaam te zijn.”
We passeren een gedenkplaat ter ere van
Hugo de Groot en hebben niet het geduld om te wachten op het joodse bruidje
bij de synagoge In no time staan we op het marktplein
hartje Rostock.
Om
het thuisfront geen vals beeld voor te spiegelen laat Ank zich met paraplu in
de stromende regen fotograferen. We
gaan gauw ergens naar binnen en zetten ons aan de koffie. SCHAAKBOEK We informeren naar antiquariaten en tot
onze verrassing zijn er in dit kleine centrum ten minste twee gevestigd.
Beide hebben zich teruggetrokken op de verdieping boven een winkel. Niet uit
weelde, want ook hier zijn het barre tijden voor de
tweedehandsboekhandelaren. Internet is de boosdoener.
Könige
des Schachs – Aus der Geschichte der deutsch-sowjetischen
Schachbegegnungen, von
Heinz Machatscheck. Een produkt uit de
DDR-periode, uitgegeven in 1968 door de Vereniging van Deutsch-Sovjetische Freundschaft.
In het Duits klinken sommige zaken nog
erger dan het al is: Von Iwan dem Schrecklichen bis Alexander
Aljochin. (dit is geen tikfout, de schrijver
legt uit dat dit de enig juiste manier van schrijven is.). Boven een stukje
staat In die Pfanne
gehauen. Die moet ik ook onthouden. De inhoud is heel afwisselend met de
nadruk op het DDR-schaakleven. Aan bod komen bv. - de Sovjet wereldkampioenen bij de
mannen én de vrouwen, - correspondentieschaak, - de mening van de Duitse schaakmeesters Malich, Libert, Rittner, mw.
Keller-Hermann en Wolfgang Uhlmann over het
Sovjetschaak, - de drievoudige ontmoeting tussen Botwinnik en Uhlmann en - een uitgebreid artikel gewijd aan
Emanuel Lasker. SKINHEADS Terug op het station zie ik een hele
groep ME-ers die ook mee willen richting Warnemünde. Zij stappen in en ik kan er op het balkon nog
wel bij. Ank, die de dingen vaak sneller door heeft dan ik, trekt mij
onmiddellijk weer weg en dan zie ik pas dat de trein niet alleen ME-ers vervoert, maar ook een grote groep skinheads. We
wachten wel op de volgende trein. Intussen geen bewaking noch skinhead meer
te zien en rustig rijden ook wij richting de Rotterdam. Onderweg ziet het zwart van de ME-ers en politiebusjes. Enkele stations voor Warnemünde zie ik de zwaar bewaakte groep op straat
lopen. We begrijpen nu dat dit een aangekondigde demonstratie is en dat de
autoriteiten niets aan het toeval willen overlaten. Hoezo, behulpzaam voor onze gasten? Ervaring hebben ze in Rostock wel na de
conferentie van de G8, toen zelfs een ruime veiligheidszone werd ingesteld. VALKENBURG aan zee In Warnemünde
schijnt de zon! Er is een alleraardigst haventje met veel plezierjachten,
vissersbootjes en visrestaurants. Het trekt veel toeristen die met bussen vol
worden aangevoerd. Ank gaat aan boord en gaat even rusten,
ik ga naar het café op de kade waar uitnodigend INTERNET wordt aangekondigd
en stuur m’n eerste verslagje rond. Het concert blijkt een grote verrassing:
James Carter, voor velen bekend maar niet voor mij, is een rasartiest en
uitmuntend saxofonist. Samen met Ray Hargrove en de
Marcus Miller band wordt het een avond om niet te vergeten. Van mij mogen ze
rustig nog uren doorgaan. Bij het diner maken we kennis met de
beide dames uit resp. Arnhem en Doorwerth. We zijn nu met z’n achten en in
deze groep gaat iedereen graag met elkaar aan tafel. Met G.B. gaan we nog naar de Ocean Bar
voor het optreden van het Gerald Clayton Trio. Op
ons plekje in de vensterbank genieten van dit enorme pianotalent. Top! Het is stormachtig aan dek en dus kruipen
we om 1 uur maar snel in bed. |
|
NORTH SEA JAZZ CRUISE 2007 DAG 4 ZWEDEN |
|
Nooit geweten dat Gothenburg
aan een soort Fjord ligt, misschien is het ook wel geen Fjord, maar in elk
geval een kilometerslange inham omgeven door de bekende afgesleten
rotseilanden.
We rijden door een Rijnmondachtig
havengebied, een grote brug over, langs een merkwaardig zeer modern massief
en rood”geverfd” gebouw om op het Gustaf Adolfs Torg bij het Rådhus te worden afgezet. We willen natuurlijk naar het museum voor
schone kunsten, hier heet dat het GÖTEBORGS
KONSTMUSEUM. We zien het museum al helemaal aan het eind
van de grootste winkelstraat van Göteborg Avenyn liggen. Het staat wat in de hoogte en sluit de straat mooi af. Het is zondag en de winkels zijn
dicht. Behalve trams zien we niet veel. De Kongsavenyn maakt vandaag een lange, saaie en lege indruk. Zo
leuk als op deze folder hebben we de Avenyn niet
gezien. Boven
het hoofd van deze jongedame zie je het museum. Met z’n drieën – G.B. is weer van de
partij – gaan we door dit mooie museum. Een prachtige collectie. G.B. en ik
staan stil bij het onderstaande schilderij van Richard Bergh (1858-1919) Nordisk Sommarkvåll. (ansichtkaart Talmeblads Tryckeri AB) Twee mensen, een echtpaar lijkt me,
kijken op een zomeravond vanaf hun balkon uit over een vijver. De sfeer is
volmaakt, of toch niet? Deze beide mensen hebben alles wat ze
willen, wonen in een prachtig huis, zijn gezond en goed gekleed. Maar hun
gezichten zijn strak. Er is geen beweging. Zij staat fier, zelfbewust, Hij geeft
zich een pose, armen over elkaar, zijn been losjes op de balustrade. Maar ze hebben elkaar niets meer te
zeggen. Prachtig, indrukwekkend en afgrijselijk
tegelijk. Als je ooit nog eens koffie, of wat
anders, met iets erbij wilt gebruiken ga dan naar binnen bij Evas Paley. ’t Kan dat het slechte
weer ons beïnvloed heeft, maar wat was dat lekker gebak. Een royale keus aan
verrukkelijke verwennerijen. Het podium is vanavond voor David Sanborn
en de Marcus Miller band. Eerlijk gezegd is mij van dit concert niet veel
bijgebleven. Wanneer we naar het diner gaan verlaten
we Göteborg. Er staat een stevige wind maar het eten
smaakt ons voortreffelijk. We zijn nog geen meter op open water of
de storm pakt het schip en dat zullen we weten. Met een keiharde knal (onder
de kiel ?) wordt het schip op zee verwelkomd. Het grote schip maakt
vervaarlijke slingerbewegingen. Voorbijgangers wankelen. Stapels vuile vaat
vallen rinkelend uit de kasten. De bedienden maken een ketting om het vallen
van verder serviesgoed te voorkomen. Eén pakt niet het aardewerk maar een
stevige pilaar. Marcus Miller zal later vertellen dat
leden van z’n band onderuit gingen. We zitten nog op onze stoelen en de wijn
blijft staan. Vanwege morsgevaar wordt er enige tijd geen koffie meer
geschonken. In de Ocean Bar genieten we nog eens van
James Carter. Herhaling: wat een grandioze artiest. This
is Jazz, man! In de winkel vindt Ank een heerlijk
parfum en die laten we niet staan. De Argentijnse caissière ontdekt dat we
uit Nederland komen en het gesprek gaat al snel over Maxima. Zij geniet van
onze waarderende opmerkingen. We trekken ons terug in de bibliotheek.
Het schip krijgt nog steeds zware klappen en stampt behoorlijk. Het blijft
zwaar weer en besluiten na een lange tijd waarin we de storm willen
afwachten, toch maar naar bed te gaan. Langzaam dringt het besef door dat ik aan
boord van een schip ben. Het is een eigen wereld. Volkomen afgesloten. De railing vormt de grens met de boze buitenwereld. Het
gezelschap aan boord, de crew, de musici, zij allen vormen de wereld waarin
ik nu leef. En het is heerlijk. |
|
|