|
|
De drie topspelers van sc
Dordrecht, die de club het langst hebben gediend in het eerste team (v.l.n.r.
Hoogendoorn, Van Donk en Jansen) zijn in de geschiedenis geplaatst nu ook Leo Jansen is
overleden. Zeventig jaar geleden - in 1951 - vonden de
topspelers van de club ODI (Ontspanning door Inspanning) en de Dordtse Schaak Club (DSC) het tijd worden om de
schaakkrachten te bundelen. Leo Jansen (1928-2021) vond toen als een
belangrijk gegeven: Door de bundeling van schaakkrachten samen sterker in de
(externe) schaakcompetitie. DSC was
immers in 1951 voor de eerste keer (!) in de clubhistorie naar de landelijke
KNSB competitie gepromoveerd. Vier jaar daarna miste het tweede team na
loting (!) de promotie naar de landelijke competitie. Daarna viel slecht een
keer het eerste team een seizoen terug naar de RSB-competitie en dat was rond
1980. De formele
fusie werd door de besturen pakweg zeventig jaar geleden verder voorbereid en
in september 1952 werden de twee verenigingen samen schaakclub Dordrecht.
Stoffel Bakker, ook een bekend Hoofd der School van de Da Costa school in
Krispijn, werd de eerste voorzitter van schaakclub Dordrecht. ODI had in
totaal 21 jaar als zelfstandige club bestaan, maar koos ervoor om de
verenigingsgeschiedenis te beginnen op 29 februari 1888. In de
notulen van de toen gehouden vergaderingen werd wel gesproken over een fusie
tussen ODI en DSC. De
voorzitter van schaakclub Dordrecht in 2013, Gert Zwartjes, wees er nog wel
op, dat er voor 1888 nog georganiseerde schaakactiviteiten waren in de stad
Dordrecht. Ingenium Valet werd als de
eerste schaakactiviteit genoemd in 1847 met een heroprichting in 1867. Deze
schaakactiviteiten waren in hotel café Centraal aan het Scheffersplein. De clubs Messemaker en DSC hadden er in 1938 in het
schaakblad van de bond nog een dispuut in woorden over: Wie mag zich de
oudste club van de RSB noemen. Jansen was
een opiniemaker in 1951 maar ook in 1973! Hij zei op
16 februari 1973 in de rubriek van sportjournalist Fred van Dongen in Dagblad
De Dordtenaar dat er een tweede club nodig was op het eiland van Dordrecht.
Door alle aandacht voor de WK-match Fischer-Spasski
moest de clubs zelfs in de gangen van de Christelijke MTS de mensen laten
schaken. Circa 160-170 mensen stonden op de ledenlijst. Vijf jaar
later, precies op 16 februari 1978, werd een nieuwe Dordtse
schaakclub (NDS) opgericht. Na enkele maanden werd gekozen, op aangeven van
de onlangs overleden Ton Maas, voor de naam schaakclub Groothoofd. Op
RSB-vergaderingen was het al snel een standaard grap om de voorzitter van die
nieuwe club meneer Groothoofd te noemen. Buitenstaanders wisten niet de naam
thuis te brengen bij de belangrijkste Stadspoort van de stad op de plek waar
drie rivieren elkaar vinden: Noord, Oude Maas en Merwede. Tien jaar
na de oprichting - in 1988 - speelde voor de eerste keer Dordrecht 1 tegen
Groothoofd 1. De winnaar promoveerde naar de eerste klasse KNSB. Dat was
Groothoofd toen. Leo Jansen had in 1973 ook in de krant gezegd dat een beetje
concurrentie ook kunstmest was voor de schaaksport. Op het toppunt hadden de
twee verenigingen 250 leden! Toen bleek
al dat een aantal van de topspelers van de clubs al moeiteloos konden
wisselen tussen Groothoofd en Dordrecht. Het stond alleen als een huis dat
Henk van Donk - overgekomen om in 1954 aan de HTS les te gaan geven - vanaf
1955 alleen voor Dordrecht 1 speelde. In 1996
werden de eerste besprekingen gehouden om de twee verenigingen weer onder een
noemer te brengen. Dat lukte toen nog niet. Zes jaar later werd
Groothoofd geďntegreerd in Dordrecht. Alle externe teams van Groothoofd
werden zo in hun eigen klasse overgenomen onder nieuwe rugnummers van
Dordrecht. Groothoofd
had dus net geen kwart eeuw bestaan en formeel was het geen fusie, alhoewel
Groothoofd net als ODI bij de schaakhistorie van de stad blijft behoren. Dat geldt
ook voor de Willige Dame. Deze club heeft 9 januari 1983 als
oprichtingsdatum. Dat betekent dat in 2023 al het veertig jarig bestaan voor
de deur staat. Dat is ook uniek, want zolang hielden ODI en Groothoofd het
niet vol: ODI kwam aan 21 jaar en Groothoofd werd 24 jaar als zelfstandige
vereniging. De Willige
Dame speelt nu op dinsdagavond in de Lutherse kerk. Immers: In 2016 werd na
29 jaar poffertjessalon Visser van Jaap Mol noodgedwongen verlaten toen bleek
dat Jaap zijn zaak niet meer gezond kon doordraaien. Hij overleed in november
2019 op 71-jarige leeftijd. Overigens
de overdag-club De Klockelaer verdient ook in de
schaakgeschiedenis een plek te hebben en te houden. Elke donderdagmorgen - al
meer dan veertig jaar - wordt er in een geheel eigen sfeer gespeeld
in het dienstencentrum in de wijk Crabbehof.
Bij het onderlinge schaakcontact wordt geen schaakklok ingezet. Kortom: In zeventig jaar is er veel
(persoonlijke) schaakhistorie geschreven op het eiland van Dordrecht. Het aantal
officieel geregistreerde schakers is wel veel minder dan de top 35 jaar
geleden met 250 KNSB-leden. Misschien dat er als de corona tijd echt voorbij
is, er een nieuw schaakelan mogelijk is. |
|